Wednesday, September 23rd 2020

Boek.

Al dertien jaar droom ik over mijn eigen boek. Mijn boek. Mijn boekbaby. Maar al jaren wacht ik tot het op magische wijze ineens af is. Ik schreef regelmatig hartstochtelijke stukken over mijn verdriet, hoop, verontwaardiging en verwondering over het leven, in de hoop dat er op een dag vanzelf een boek uit zou komen. Maar een boek maakt zichzelf niet. En een boek ontstaat ook niet op magische wijze. Een boek heeft werk nodig. Aandacht. Liefde. Ik schreef gewoon altijd in het wilde weg wat er in me op kwam. En omdat ik dan niet wist hoe ik dat in een boekvorm moest gieten, zette ik het idee weer on hold. Want ik, een boek schrijven? Dat kan ik helemaal niet.

Zo heb ik me jarenlang onbewust verscholen achter en tegen laten houden door gedachtes die me niet verder hielpen. Ik kan dit niet. Ik durf dit niet. Ik ben helemaal niet goed genoeg om dit te doen. Wie zou dit nou willen lezen, helemaal niemand. Er is niets bijzonder aan mij dus forget it. Terwijl ik het diep van binnen zo graag wilde, liet ik de boze stem in mijn hoofd mijn hele toekomst bepalen. Foute boel!

Vorige week was ik bij de psychologe. Zij ziet aan mij hoe dat ‘boze stemmetje’ een rode draad in mijn leven is, hoe ik mezelf op die manier saboteer. Ze liet me daarom een oefening doen. Een beetje creepy, wel. Een rollenspel met mezelf. Ik moest eerst op de ene stoel gaan zitten en vanuit mijn hart uitspreken wat ik graag wil. Voor mezelf. Voor mijn leven. Want dat mag, weet ik inmiddels ook. Ik heb lang gedacht dat het niet goed was dingen voor mezelf te willen. Zo ben ik opgevoed en dat zit (helaas) nog steeds in mijn systeem. Maar I’m getting there. Anyway, die oefening. Nadat ik heel emotioneel en openhartig had zitten opsommen wat ik graag zou willen, wat mijn diepste wensen zijn (kostte me veel moeite maar het lukte), mocht ik plaatsnemen op de andere stoel. En mocht ik mijn boze stem aan het woord laten. Deze stem kwam er veel makkelijker uit, kostte me totaal geen enkele moeite. En wat er allemaal uitkwam, was geen kattenpis. Ik schrok er zelf van. De psychologe heeft me waarschijnlijk ter plekke gelabeld als schizofreen, dat kan bijna niet anders. Mijn ‘inner critic’ zoals dat dan in professionele termen heet, ging helemaal los en ze kon niet stoppen.

En zo werd ik me vorige week ineens heel erg bewust van de saboterende stem in mijn hoofd. Ze vond dat ik lui was, mislukt, en waardeloos. Om maar eventjes drie dingen op te noemen. En het raakte me. Want hoe kan je iets van je leven maken als dat is hoe je eigenlijk over jezelf denkt? Het antwoord is: NIET! Je drijfveer om iets van dit prachtige leven te maken, ontspruit uit een gevoel van eigenwaarde. En het werd me weer even heel duidelijk dat ik niet zonder reden bij de psychologe loop.

Gelukkig ervaar ik dit lang niet elke dag meer zo intens. Het lukt me al een hele tijd om mijn inner critic minder aan het woord te laten en milder naar mezelf te zijn. Zo kreeg ik een keer een leuke oefening van de psych, die me goed is bijgebleven. Denk aan de persoon waar je de warmste band mee hebt (of had, voor mij is dat mijn overleden oma) en denk aan hoe zij tegen jou praat, hoeveel zij van jou houdt. Door dit soort simpele oefeningen, lukt het mij steeds vaker de critic te verdringen en meer plaats te maken voor lichte en luchtige gedachtes. Gotta love psychology!

Begin dit jaar nam ik me concreet voor dat dit boek er ging komen en dat ik me niet meer wilde laten tegenhouden door mijn eigen angsten en twijfels. De afgelopen maanden ging het soms goed, en soms ook niet. Ik heb het stiekem twee keer een beetje opgegeven, maar ben erna toch weer opgekrabbeld. En voor wie nog mocht denken dat een boek schrijven een beetje in je neus peuteren is, dat is het dus niet, hé. Soms, als ik een goede schrijfdag heb, zit ik uren aaneengesloten te tikken en kom ik er vlak voor 3 uur (als ik Abel moet ophalen) achter dat de dag al voorbij is! Met een kromme rug en verkrampte vingers. Als ik een slechte schrijfdag heb, pijnig ik de hele dag mijn hersens over hoe, wat, waar ik mee verder moet gaan. Dan tik ik pagina’s vol om ze daarna weer allemaal te verwijderen. Pijnlijk hoor! Maar na maanden ploeteren begin ik nu het licht aan het eind van de tunnel te zien. Het manuscript begint zowaar vorm te krijgen. En dat voelt als een eerste mijlpaal van dit hele proces. Ik heb al dat werk erin gestopt en dat lijkt nu zijn vruchten te gaan afwerpen. En dat is echt retegaaf om te zien.

Thursday, June 4th 2020

Het is alweer even geleden dat ik hier iets schreef. De makkelijkste verklaring zou het Corona-virus zijn, maar als ik heel eerlijk ben dan lag het toch meer aan mijn eigen uitstelgedrag. Oké en een klein beetje Corona dan.

Inmiddels heb ik mijn handen weer iets meer vrij, omdat mijn kleine man vier is geworden en hij al een paar halve dagen naar school mocht. Vandaag is hij voor het eerst een hele dag, en met al die vrije tijd dacht ik, laat ik weer eens een blog schrijven!

Eigenlijk wilde ik vandaag aan mijn boek werken. Ik word namelijk best wel zenuwachtig van het idee dat dat halve ding nog geschreven moet worden. De ideeën en inspiratie tollen soms door mijn hoofd op momenten dat ik er net helemaal niets mee kan. Maar precies vandaag, nu ik tijd heb, en er vanochtend voor ging zitten… kwam er niets.

Terwijl ik dit tik, staart het document ‘boek’ me aan vanaf het andere tabje. Mijn ogen gaan er telkens heen en iedere keer voel ik weer een beetje teleurstelling, omdat het daar vandaag zo leeg blijft. En op de één of andere manier kan ik daar helemaal geen vrede mee hebben, ik MÓET nu productief zijn, want nú heb ik tijd en vanmiddag niet meer!

Met elke minuut die voorbij tikt zonder dat mijn toetsenbord dat doet, word ik bozer op mezelf. Hoe komt het toch dat de woorden de ene dag over het scherm vliegen en er de volgende dag niets komt? Ligt het aan wat ik heb gegeten? Hoe ik heb geslapen? Waarover ik heb gedroomd? Of liggen de wortels van de inspiratie van vandaag al bij gisteren?

Op die vragen heb ik nog geen antwoord. Wat ik in ieder geval wél weet, is dat het weinig zin heeft om achter mijn laptop te blijven zitten nagelbijten van frustratie. De inspiratie daalt niet ineens op mij neer alleen maar omdat ik dat wil. Hoe jammer ik het ook vind dat ik het niet kan afdwingen, ik zal met het proces mee moeten bewegen en moeten gaan uitvinden wat ik zelf kan doen om een beetje inspiratie op te wekken. En om daar achter te komen zal ik dingen moeten gaan uitproberen.

Ik heb een paar keer gedacht dat ik dit blog moest weggooien. Want als ik al geen inspiratie had voor het boek, dan al helemaal niet voor een blog. Maar zo zie je maar, de twee zijn niet hetzelfde, en als ik in de één lekker kan klagen over de ander, kom ik op die manier wel weer tot nieuwe inzichten. Daarom klap ik nu de laptop lekker dicht en ga ik een stuk hardlopen. Zien we daarna wel weer even hoe het is met de inspiratie 🙂

Tuesday, February 18th 2020

#3

Hallo! Wat geweldig dat je met mij meeleest. Ik weet, jullie zijn nog maar met een handjevol. Maar ik heb inmiddels geleerd dat goede dingen tijd nodig hebben. Dus van mijn kant geen haast, geen druk, geen zenuwen. Gewoon een volgend blog over wat mij bezighoudt. Depressie, dit keer.

Ik had belóófd om over Depressie te bloggen. Mijn Depressie, om specifiek te zijn. Ook wel De Depressie. En ja ik schrijf Depressie met een hoofdletter D omdat ik een vreemd, angstig soort ontzag voor hem heb ontwikkeld. En ja ik noem hem ‘hem’, omdat het zo’n hardvochtig ding is dat het in mijn ogen van z’n levensdagen nooit een vrouw zou kunnen zijn.

Ze zeggen dat je nooit helemaal van een Depressie af komt. Dat het altijd een beetje op de loer zal blijven liggen. Waarschijnlijk heb ik er aanleg voor. Toen ik dat laatste hoorde, vielen er een heleboel puzzelstukjes op z’n plaats. Ik heb altijd wel gevoeld dat ik wat zwaarder op de hand kon zijn dan andere mensen. Iets wat ik overigens lang heb weggezet als ‘gevoeliger’ of ’emotioneler’. Wat ook waar is. Maar vaak wel met een negatief tintje.

Inmiddels weet ik dat vorig jaar niet de eerste keer was dat ik depressief was. Ik had al vaker iets ‘donkerder’ dan gemiddelde fases doorgemaakt. Alleen voorheen werd dat meestal vanzelf weer beter met voldoende rust. Dan trok ik me lekker terug van de buitenwereld totdat ik weer wat opgeknapt was. Maar die vlieger gaat helaas niet meer op als je moeder bent. En een huis verbouwt. En net een nieuwe baan hebt. En tijdelijk bij je schoonmoeder woont.

Toen ik depressief raakte, waren mijn omgevingsfactoren niet optimaal, en dat soort dingen kúnnen bijdragen aan een Depressie. Maar toch wordt niet iedereen die in zo’n situatie zit, depressief. Hier heb ik heel veel, vaak en lang over nagedacht. En inmiddels ben ik er wel achter waarom ik vorig jaar ben ingestort, en waarom een ander zich er misschien wél doorheen geslagen zou hebben.

Het zou te kort door de bocht zijn om één factor te bestempelen als de boosdoener van een Depressie. Mensen zijn complexe wezens en hoe wij de wereld om ons heen ervaren, hoe wij denken, voelen, en mentaal gezond of ongezond kunnen zijn, vind ik al helemaal raadselachtig. Toch kan ik na een jaar lang ‘werken aan mezelf’ wel een heel simpel maar waardevol inzicht delen waar ik veel aan gehad heb. Namelijk: niet weglopen voor je angsten of je problemen. Klinkt logisch he? Maar is toch moeilijker gezegd dan gedaan.

Toen ik met de psycholoog aan de hand, terugkeek op de afgelopen jaren (thank god for reflectie! En ja god met kleine g), konden wij al snel concluderen dat ik er nogal een handje van had om weg te rennen van mijn problemen. Dat bleek uit het aantal relaties dat ik had verbroken, de confrontaties die ik uit de weg was gegaan, de jobs die ik had gehopt, en de stelselmatige afzondering van alles en iedereen. Mijn methode was altijd wegrennen, verstoppen, de storm laten overwaaien. En hoewel dat voor m’n gevoel altijd prima werkte, heb ik op die manier wel jaren stilgestaan. Ik leerde niets, dealde nergens mee, en groeide niet. Dus toen ik volwassen werd, en ineens een kind, een huis en een serieuze relatie had (niet in die volgorde trouwens), kon ik me niet meer verstoppen voor de uitdagingen die het leven bood. Ik kon niet meer wegrennen. Ik kon me niet meer afsluiten van de rest. En toen kwam dus de crash. Kortsluiting. En er was letterlijk een reboot van mijn systeem nodig.

Tel daarbij op een aantal onverwerkte jeugdtrauma’s (want daar ben ik ook altijd voor weggerend), en zie daar een goede voedingsbodem voor een inzinking. Achteraf gezien snap ik het allemaal wel. Maar ik wilde dat ik toen de dingen wist die ik nu weet. Ik zou het liefst tien jaar terug in de tijd gaan en tegen mijn eigen ik willen zeggen: je bent geen faalhaas omdat je een beetje pech in het leven gehad hebt. Je hebt gewoon wat achterstallig werk te verzetten, en dan komt het goed!

Maar zo makkelijk is het natuurlijk niet. En ergens is het goed dat ik niet terug in de tijd kan om mezelf dat te vertellen. Want als ik dat zou doen, zou ik mezelf de kans ontnemen (of hebben ontnomen, want dan is het al geweest ;)) om dit op mijn eigen houtje te ontdekken. En laat dat nou precies zijn wat ik nodig gehad heb het afgelopen jaar. Ik heb dingen the hard way moeten leren. Ik moest bij 0 beginnen en mezelf helemaal opnieuw opbouwen. Ik heb op m’n bek moeten gaan en weer overeind moeten komen, en dat 100 keer. Zodat ik kon leren. Leren hoe het leven werkt. Dat het leven ups is maar ook downs. En dat het leven mooi is maar soms ook k*t. Maar dat alles er helemaal bij hoort en dat ook de negatieve dingen er zijn om je iets te leren.

Natuurlijk ben ik nog volop bezig met het het ontdekken van wie ik ben. Zijn we daar überhaupt ooit klaar mee? Ik denk van niet. In mijn geval gaat veel nog gepaard met het uitpluizen van de jeugdtrauma’s die verband houden met waar ik in mijn eerste twee blogs over schreef. Het ‘niet meer weglopen van problemen’ is één les die ik nu al zo waardevol vind, dat ik er dagelijks profijt van heb. En ik heb er zin in om de rest te ontdekken!

Thursday, February 6th 2020

# 2

Omdat dit pas mijn tweede blog is, heb ik besloten dat ik er nog mee wegkom als ik mijn blogs gewoon nummer. Makkelijk, overzichtelijk, een tikkeltje inspiratieloos maar voor nu helemaal prima.

In mijn eerste blog deelde ik een link naar een nieuwsartikel op Nu.nl over hét onderwerp dat mij op dit moment nogal bezighoudt: Jehovah’s Getuigen. Het artikel ging over een onderzoek naar afhandeling van (kinder)misbruikzaken binnen de geloofsgemeenschap van Jehovah’s Getuigen, en het feit dat de Getuigen wilden proberen publicatie van het betreffende rapport tegen te houden. Als ex-lid en slachtoffer van de rampzalige afhandeling van een misbruikzaak, was ik natuurlijk razend benieuwd hoe dit af zou lopen. Inmiddels heeft de rechter geheel terecht besloten dat het rapport openbaar mocht worden. De belangrijkste punten uit het rapport vind je HIER.

Veel mensen vroegen zich de afgelopen twee weken (terecht) af: waarom zoveel verzet? Waarom wilden Jehovah’s Getuigen niet vrijwillig meewerken, en waarom voelen ze zich zo aangevallen? Zelf hebben ze het woord ‘hetze’ in de mond genomen, en proberen ze dit hele verhaal neer te zetten alsof een groepje mensen hen zonder enige reden, zwart probeert te maken. Waarom zouden we dat doen? Ik zeg maar even ‘we’ want ik heb uiteraard ook meegewerkt aan het misbruikonderzoek. Ik kan echt geen één reden bedenken! Bovendien vind ik dat als je het woord ‘hetze’ in de mond durft te nemen als het om zoiets als beschuldigingen van kindermisbruik gaat, en je het hele verhaal dus eigenlijk om jouw organisatie laat draaien in plaats van om de slachtoffers, je niet helemaal begrijpt hoe de wereld werkt. Nu komt dat niet echt als een verassing want inderdaad, zij begrijpen niet hoe de wereld werkt.

Don’t get me wrong, ik heb genoeg boosheid in me om de organisatie, of enkele individuen op z’n minst, zwart te willen maken. En als ik dat zou willen doen, vind ik ook nog dat dat mijn goed recht zou zijn. Maar gelukkig voor hen (en voor mezelf) ben ik geen haatdragend persoon en weet ik inmiddels dat je met liefde en geduld veel verder komt dan met boosheid of wrok. Dus zwart maken, nee, daar bedank ik voor. Wel ben ik een voorstander van waarheid, échte waarheid. En die mag van mij altijd boven tafel komen. Móet, boven tafel komen. Want elk kind dat moet meemaken wat ik heb meegemaakt, is er één teveel.

Eén van de aanbevelingen uit het rapport is het oprichten van een meldpunt ‘seksueel misbruik’ binnen de gemeenschap. Minister Dekker gaat hierover in gesprek met het bestuur. Allereerst vind ik het fantastisch dat er aandacht is gekomen voor dit onderwerp van buitenaf. Ook zou het super zijn als dit meldpunt er komt en het ook nog eens het gewenste effect blijkt te hebben. Helaas is er één ding dat over het hoofd gezien wordt door de onderzoekers, en ook door de Minister. En dat is de macht die de geestelijke leiders binnen deze gemeenschap hebben, en uitoefenen. Kinderen, jongeren, en volwassenen worden gehersenspoeld om te geloven dat élke bemoeienis van buitenaf met de Jehovah’s Getuigen, een rechtstreekse aanval van Satan de Duivel is. Een aanval op het enige ware geloof, om de volgelingen van God aan het twijfelen te brengen. Zo wordt er nu dus ook intern over deze ‘hetze’ gesproken, en deze situatie wordt aangegrepen om de volgelingen nóg angstiger te maken voor de buitenwereld. Ik begrijp ineens helemaal waar ze het idee vandaan halen dat dit een hetze zou zijn. Het is het idee dat ze zelf gecreëerd hebben en in stand houden.

Op dit moment, as we speak, zijn er dus gewoon kinderen in Nederland die misbruikslachtoffer zijn binnen die gemeenschap en er nog in (moeten) leven. Die zijn er. Bovenop alle shit waar ze mee moeten dealen doordat ze al ‘anders’ dan anderen zijn, maken ze nu ook nog eens mee dat ‘hun’ geheime onderwerp het gesprek van de dag is. Als de dood om tegen de omgeving te vertellen dat ze er zelf middenin zitten, horen ze van de geestelijke leiders waar ze zo tegenop kijken, ook nog eens dat het om een ‘hetze’ gaat tegen het enige ware geloof van God. En dus helemaal niet om wat zij zelf meemaken.

Al zou het meldpunt er komen, wat ik ten zeerste betwijfel gezien de terughoudende houding van het bestuur tot nu toe, dan zullen alle Jehovah’s Getuigen weten dat het meldpunt is afgedwongen door de ‘wereld’ en onderdeel is van een lastercampagne. Een rechtstreekse aanval van de Duivel op Gods schaapjes. Ik vrees dus dat zo’n maatregel niet het gewenste effect gaat hebben.

Mijn suggestie zou daarom een andere aanpak zijn. Ik zou liever zien dat het probleem bij de wortel aangepakt wordt. Want op dit moment worden er zo’n 30.000 Jehovah’s Getuigen in Nederland meerdere keren per week gehersenspoeld met de boodschap dat de wereld (ja, ook jij maar zeker ik) slecht is. En wordt van ze verwacht dat ze er alles aan doen om zich afzijdig van de rest van de wereld te houden, alles uit angst voor ‘besmetting’ met slechte eigenschappen, en met als doel het ‘schoonhouden van de Gemeente’.

Ik vraag mij oprecht af of er nog plek is voor dit soort omgangsdiscriminatie in de huidige maatschappij. Minister Dekker heeft in 2019 een wetsvoorstel ingediend waarmee hij extremistische groepen makkelijker wil kunnen verbieden. Ik zou graag eens een kop koffie met hem drinken om samen de definitie van ‘extremistisch’ te verkennen.

Tuesday, January 21st 2020

#1

LINK NAAR ARTIKEL: Jehovah’s Getuigen spannen kort geding aan om publicatie misbruikrapport te voorkomen

Toen mijn blogsite vandaag eindelijk opgeleverd werd, had ik mijn eerste blogpost al helemaal klaar om online te zetten. Ik twijfelde alleen nog over een paar kleine details, en ik besloot dat er volgende week wel ergens een goed moment zou komen om die fantastische introductie de wereld in te slingeren. Uitstelgedrag? Een beetje. Want faalangst? Ja. Maar toen, precies vandaag, kwam bovenstaand nieuwsbericht naar buiten. En ik realiseerde me onmiddellijk dat ik niet anders kon dan mijn allereerste blogpost OOIT, vandaag te plaatsen.

Er zijn namelijk een paar dingen die jullie van me moeten weten:

  1. Ik ben opgegroeid binnen de (gesloten) gemeenschap van Jehovah’s Getuigen
  2. Op mijn negentiende heb ik huis, haard, vrienden, familie en mijn hele wereld achter me gelaten om een nieuw leven te starten, vrij van religieuze indoctrinatie
  3. De jaren die daarop volgden, waren op z’n zachtst gezegd turbulent
  4. Precies een jaar geleden belandde ik in de zoveelste depressie, maar dit keer heftiger dan voorheen
  5. Ik heb er een jaar over gedaan om op te krabbelen, en ik kan nu eindelijk zeggen dat ik me goed over mezelf voel
  6. Voor het eerst in mijn leven weet ik wat me te doen staat, en dat is het gevecht aangaan met deze gevaarlijke organisatie, want:
  7. In mijn kindertijd ben ik seksueel misbruikt door een vooraanstaand lid binnen een gemeente van Jehovah’s Getuigen, en:
  8. Toen dit aan het licht kwam, mocht ik dit van de religieuze leiders met niemand bespreken, en ook geen aangifte doen.
  9. DIT MAG NIET MEER GEBEUREN.

Ik ´blogde’ al een tijdje op Instagram over het beter worden na een depressie. Het besluit om over te stappen op een ‘echt’ blog nam ik omdat ik over mijn herstel nog uitgebreider wilde gaan schrijven. Ook werk ik al een tijdje (zo’n 12 jaar om precies te zijn) aan een boek over mijn verleden, over het geloof waarin ik ben opgevoed en wat dat allemaal voor gevolgen heeft gehad. En ook het proces van het schrijven (en afronden!) van dit boek wilde ik graag wat meer in detail kunnen delen. Kortom: ik vond zelf dat ik redelijk wat materiaal had om over te bloggen. En ik was er meer dan klaar voor. Ik zocht alleen nog naar het juiste moment om te starten. Wat mij betreft hadden de Jehovah’s Getuigen daarom geen beter moment kunnen uitkiezen om dit kort geding aan te spannen. Ik zeg: zeer veel dank voor deze passende introductie voor mijn blog. Als God tóch nog bestaat en hij doet aan zoiets als cues, dan was dit vandaag zeker weten de mijne.

instagram

follow along @